Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren
Artikel 17
1
Het genot van de bezoldiging vangt aan met ingang van de dag waarop de rechterlijk ambtenaar of de rechterlijk ambtenaar in opleiding in dienst treedt.
2
Bij overgang naar een andere functie binnen de rijksoverheid wordt, indien dit ambt wordt aanvaard met ingang van een dag waarop het einde van de aanstelling in het oude rechterlijke ambt nog niet is ingegaan, de bezoldiging in dit oude ambt niet langer uitbetaald dan tot de dag waarop het genot van de bezoldiging in het nieuwe ambt aanvangt.
3
De bezoldiging wordt per maand genoten.
4
Indien een aanspraak op een verhoging van de bezoldiging ontstaat op een andere dag dan de eerste dag van een kalendermaand, wordt het nieuwe salaris genoten vanaf de eerste dag van die kalendermaand.
5
Indien de bezoldiging moet worden berekend over een gedeelte van een maand, wordt de bezoldiging per dag gesteld op 1/30 deel van de bezoldiging per maand.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.